HERSENDOOD IS NIET DOOD
‘Hersendood is dood’ is gebaseerd op een wereldwijde consensus waarvoor geen wetenschappelijke onderbouwing bestaat. Het is gewoon een afspraak tussen een aantal mensen.
Om de voor orgaandonatie bedachte dood “hersendood” vast te stellen zijn protocollen opgesteld. Wereldwijd verschillen deze protocollen. Bijzonder om te constateren dat je in het ene land nog niet mag beginnen aan de testen terwijl een patiënt met vergelijkbaar letsel in een ander land al ‘dood’ had mogen worden verklaard.
Geen enkel protocol toont aan dat:
- De patiënt niet had kunnen herstellen
- De patiënt niets meer ervaart
Doordat er mensen zijn die wel de kans kregen te herstellen en later konden getuigen dat ze alles hoorden en voelden weten we dat de protocollen niet deugen.
Dat is logisch want er bestaat geen wetenschappelijk bewijs dat mensen die niet zichtbaar reageren ook daadwerkelijk niets meer ervaren. Het is allemaal gebaseerd op een aanname en dient alleen het doel levende mensen dood te verklaren om zo over organen te kunnen beschikken die tot het moment van verwijdering doorbloed zijn met zuurstofrijk bloed. Er moest een juridisch probleem worden opgelost, artsen konden van moord worden beschuldigd door het verwijderen van die organen.
Na de verwijdering van de organen mag de donor aan zijn stervensproces beginnen. Dat vraagt om een andere benadering van de vraag aan mensen of ze bereid zijn hun organen “na overlijden” te doneren. De vraag hoort te zijn: Mogen wij -in voorkomend geval artsen beoordelen dat u geen kans heeft op een redelijk herstel- uw organen verwijderen wat de dood tot gevolg heeft?
Al in 1972 heeft het National Institute of Neurological and Communicative Disorders and Stroke (NINCDS) in Bethesda Maryland onderzoek verricht naar ‘hersendood’ of ‘onomkeerbaar coma’ en onderzocht of de hersenen werkelijk dood of beschadigd waren. 40% Van de onderzochte hersenen waar de infauste prognose hersendood voor was gegeven vertoonden beschadiging. Bij de overige 60% was geen schade aangetroffen. De onderzoekers concludeerden dat het niet mogelijk was om voor cardiac arrest (het feitelijke moment waarna een lichaam gaat afsterven) plaats had gevonden daadwerkelijk vast te stellen dat de gestelde diagnose dat de hersenen vernietigd zouden zijn juist was (not possible to verify that a diagnosis made before cardiac arrest by any set or subset of criteria would invariably correlate with a diffusely destroyed brain -Pagina 13 onderzoeksrapport-). [1]
[1] https://books.google.nl/books/about/The_NINCDS_Collaborative_Study_of_Brain.html?id=uMEj1V-EOJ8C&redir_esc=y
Hoe jonger de patiënt, hoe groter de kans op herstel. Het hiervoor genoemde NINCDS heeft onderzoek gedaan naar de werking van de gliacellen, neuronen en neurogenese (geboorte van neuronen). Het centrale zenuwstelsel, inclusief de hersenen en het ruggenmerg, bestaat uit twee basistypen cellen, de neuronen en de glia. De neuronen zijn de boodschappers, en de gliacellen hebben daarbij een ondersteunende functie. Neuronen hebben de belangrijkste functie in de hersenen, alles wat we doen, denken en voelen zou niet mogelijk zijn zonder de neuronen. Aangenomen werd dat als eenmaal deze cellen afsterven er geen herstel mogelijk is. Uit verschillende onderzoeken is gebleken dat deze veronderstelling niet correct is en deze cellen zich kunnen vernieuwen. Dit proces wordt neurogenese genoemd. Vanuit een dieper gedeelte van de hersenen – de hippocampus – is gezien dat dit gedeelte het belangrijkste onderdeel van de hersenen is waar neurogenese plaats vindt. Dit gedeelte van de hersenen is bovenstaand ook besproken (hersenactiviteit, golfvorm v-complex). Deze cellen zijn niet alleen in staat zich te delen, maar zijn ook in staat om naar andere delen van de hersenen te “reizen”. De cellen zijn in staat, zodra zij aankomen daar waar nodig, zich daar te settelen en de functie die daar nodig is aannemen. Een proces van vernieuwing en herstel van de hersenen.
Er is nog heel veel te leren over de hersenen, de wetenschap staat op dit punt nog maar in de kinderschoenen. Ook de kans op herstel is een prognose en geen diagnose. Artsen spreken dan ook vaak over het kijken in een kristallen bol.