Geactualiseerd 2024-02-10

Wat u moet weten

Wat moet u weten over orgaandonatie:

  1. In het donorregister kan alleen worden ingestemd met ‘orgaandonatie na overlijden’. Dit is misleidend omdat de donatie na circulatiestilstand  of na hersendood plaatsvindt.
    – Bij donatie na de circulatiestilstand  wordt u na vaststelling van de circulatiestilstand onmiddellijk klaargemaakt voor de uitname-operatie. No-touch houdt alleen in dat er gedurende vijf minuten niet in uw lichaam mag worden gesneden of gestoken.
    – Bij donatie op basis van de hersendood overlijdt u op het moment dat de operatie al langere tijd gaande is. Het overlijden vindt plaats op het moment dat de levensondersteunende machines worden uitgezet en dat is meestal vlak voor het hart wordt uitgenomen. Als het hart niet wordt uitgenomen wordt de beademing uitgezet als de gehele uitname klaar is, het hart blijft dan nog 5 tot 25 minuten kloppen.  
  2. Bij hartdode donoren wordt na vijf minuten no-toch in de OK de circulatie mechanisch hersteld. Dit is binnen luttele minuten geklaard. Om te voorkomen dat er zuurstofrijk bloed naar de hersenen stroomt wordt er een afsluiting geplaatst in de aorta.
  3. Een donor kan worden onderworpen aan experimentele toepassingen, u kunt hiertegen geen bezwaar maken terwijl u wel bezwaar kan maken tegen het wetenschappelijk gebruik van voor transplantatie afgekeurde organen (op 31 september 2017 stonden hiertegen 35.526 bezwaren genoteerd).
  4. In een aantal ziekenhuizen worden patiënten na een ongeval of hersenbloeding enkel en alleen op de IC opgenomen om als orgaandonor te kunnen worden ingezet, terwijl de familie nog uren tot een dag in onwetendheid wordt gehouden over het waarom de patiënt op IC is opgenomen. Pas dàn wordt de donorvraag gesteld.  De familie leeft al die tijd in de veronderstelling dat hun geliefde daar ligt om een kans te krijgen op herstel.
  5. Het gewicht van de donor kan door de uitname-operatie  zijn toegenomen. Dit kan oplopen tot een 30 tot 40 kilo. De oorzaak ligt in het vele vocht dat voor de uitname al in uw lichaam is gebracht en tijdens de uitname wordt vervangen door koelvloeistof [1].
  6. Het stoffelijk overschot kan door de verminking veelal niet zonder emotionele gevolgen voor de nabestaanden worden onderworpen aan de rituele wassing. Zeker als ook huiddonatie heeft plaatsgevonden [2].
  7. De donor ondergaat onderzoeken naar de gesteldheid van zijn organen (anders dan de keuring om hersendood te worden verklaard). Deze handelingen vinden zoveel mogelijk plaats voor de circulatiestilstand  is ingetreden of de hersendood conform protocol is vastgesteld. Het is binnen redelijk te accepteren grenzen mogelijk dat de donor zich nog bewust is van wat er om hem/haar heen gebeurt. Mevrouw Van de Mortel heeft in de Eerste Kamer op 23 mei 2017 verteld wat zij meemaakte tijdens de ‘keuring’ van haar man.
  8. De donor, ook al is hij reactieloos, kan zich nog bewust zijn van wat er met hem gebeurt en  kan daardoor mogelijk pijn tot ernstige pijn lijden gedurende de uitname operatie die niet onder volledige narcose plaatsvindt.
  9. Instemming met orgaandonatie er toe leiden dat een donor komt te overlijden terwijl dat niet nodig was. Dit risico ontstaat wanneer de verkeerde veronderstellingsprognose over de gesteldheid van de patiënt wordt gegeven zoals bij Esmee Feenstra.
  10. In Nederland wordt op dit moment onderzocht of de procedure van orgaandonatie na de circulatiestilstand  kan worden aangepast.
  11. Indien u uw keuze niet heeft gemaakt in het donorregister en u komt in het ziekenhuis met ernstig hersenletsel, dan mogen artsen beginnen met de voorbereidende handelingen om u te gebruiken als donor totdat de toestemming  van de naasten is ontvangen.
  12. Kinderen kunnen vanaf hun 12de verjaardag hun keuze invullen in het donorregister. De ouders c.q. wettelijk vertegenwoordigers kunnen dit besluit tot het 15de levensjaar van het kind blokkeren. Indien kinderen hebben ingestemd met orgaandonatie en de ouders niet bereikbaar zijn dan mag een arts besluiten om de organen te verwijderen zonder toestemming van de ouders c.q. wettelijk vertegenwoordiger af te wachten.
  13. Indien een donor iemand heeft aangewezen om namens hem/haar het besluit te nemen over orgaandonatie, dan wordt de keuze van deze persoon gesteld boven de keuze van de naasten (m.a.w. als uw kind iemand heeft aangewezen en die besluit tot donatie terwijl u dat niet wilt, dan wordt er toch tot donatie overgegaan).
  14. Ter voorbereiding op de uitname worden de organen schoongespoeld met een vloeistof, alle mogelijk sporen van medicijnen en infecties moeten weg worden genomen [3]
    1. Bij de donoren van wie de bloedcirculatie stil heeft gelegen wordt voorafgaand aan het doden van de patient een bloedverdunner toegediend om te voorkomen dat het bloed gaat klonteren.
    2. Er wordt een middel toegediend dat er voor moet zorgen dat de bloedvaten verwijd worden, dit ter bevordering van de transplantatieoperatie.
    3. De organen die nog niet zijn uitgenomen worden preventief gekoeld. Dat kan door vloeistoffen toe te dienen die voor koeling zorgen en er wordt steriel ijs in het geopende lichaam gestopt.
    4. Er worden bloedtransfusies gegeven, dit kan oplopen tot wel 50 zakken bloed (Kompanje NRC 14-4-1998)
[1] Dossier Sophie Kroone zitting Tuchtcollege
[2] https://www.yumpu.com/nl/document/view/20336348/geven-en-nemen-dr-erwin-jo-kompanje pagina 347 e.v. pagina’s
[3] Pagina 67 Modelprotocol Postmortale orgaan- en weefseldonatie versie 9.8 januari 2018

Voorwoord
Hoofdstuk 1                        Wanneer krijgt u met de donatievraag te maken
Hoofdstuk 2                        Wie zijn de orgaandonoren
Hoofdstuk 3                        Hersendood
Hoofdstuk 4                        Dood op basis van circulatoire gronden of na circulatiestilstand
Hoofdstuk 5                        Welke organen en weefsels worden weggenomen?
Hoofdstuk 6                        De orgaandonor ondergaat de apneutest
Hoofdstuk 7                        De orgaandonor tijdens de voorbereiding en de uitname-operatie
Hoofdstuk 8                        De orgaandonor mag sterven
Hoofdstuk 9                        Zij konden het navertellen
Hoofdstuk 10                      Verhalen die de wenkbrauwen doen fronsen
Hoofdstuk 11                      Informatievoorziening
Hoofdstuk 12                      Wetgeving over buitenlanders in Nederland
Hoofdstuk 13                      Wat u moet weten over orgaandonatie
Hoofdstuk 14                      Waar gaat het naar toe

Naschrift